Het is zeker geen hogere wiskunde, maar hoe bewijst men de 3 stellingen i.v.m. absolute waarde: - "a,bÎ: 1) |ab|=|a||b| 2) |a+b||a|+|b| 3) ||a|-|b|||a-b| Ik heb al een poging ondernomen door gebruik te maken van kwadraten, maar ik wil zeker zijn hoe men dit juist kan bewijzen... en - Een deelverzameling AÌ is begrensd $ M0:"xÎA:|x|MÛ
Koen27
Student universiteit België - woensdag 18 januari 2006
Antwoord
1)Het linkerlid kan enkel ab of -ab aannemen. Het rechterlid kan enkel ab, -ab, a*(-b) of -a*(-b) aannemen, wat dus overeenkomt met ab of -ab. Maar beide leden zijn positief. Dus vervalt ofwel de mogelijkheid ab, ofwel de mogelijkheid -ab aan elke kant. Dus de gelijkheid blijft over.
2) Je weet dat a|a| en -a|a| (hetzelfde voor b) Dus geldt (door optelling van linker en rechter leden) a+b|a|+|b| en -a-b|a|+|b|
Dus geldt
|a+b||a|+|b|
3) Hint: Pas de ongelijkheid 2 toe, een keer op |(a-b) + b| en een keer op |(b-a) + a| ...
Enneuh.... Als een deelverzameling A van begrensd is, is ze van onder begrensd, dus er bestaat een q1 in zodat voor alle a in A q1a, maar ook van boven begrensd, dus er bestaat een q2 zodat voor alle a in A geldt aq2 Neem q:=max(|q1|,|q2|), probeer nu aan te tonen dat voor alle a in A geldt dan |a|q