Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 29301 

Re: Formule voor de magische constante

Even een verduidelijkingsvraag aangezien ik er met het huidige antwoord niet uitkom. Ik snap heel jullie optelling niet en aan het einde van de optelling staat er ook S=1/2.n2.(n2+1), terwijl de formule s=1/2.n(n2+1) moet zijn volgens de opgave. Waar gaat het hier nou fout?

prisci
Cursist vavo - maandag 9 januari 2006

Antwoord

Beter lezen denk ik...

Om te laten zien dat voor elke rij en kolom de som gelijk is aan 1/2n(n2+1) bereken je eerst de som van alle getallen uit het vierkant, dat is 1/2n2(n2+1) en die totale som deel je dan door n omdat je steeds n rijen of n kolommen hebt zodat je een 1/2n(n2+1) krijgt voor de som van elke rij of kolom.

Dus wat is het probleem? Waarschijnlijk hoe je nu aan die 1/2n2(n2+1) komt. Laten we dat dan nog maar 's doen, vooral omdat het zo verrassend eenvoudig is...

Je wil de getallen 1, 2, 3, ...., n2 optellen, dus de som van alle getallen van 1 t/m n2. Je hebt immers een vierkant van n bij n en dus heb je n2 getallen van 1 tot en met n2.

Schrijf de som eerste van klein naar groot:

1+2+3+...+(n2-2)+(n2-1)+n2

Schrijf vervolgens dezelfde som eronder in omgekeerde volgorde:
S=1+2+3+...+(n2-2)+(n2-1)+n2
S=n2+(n2-1)+(n2-2)+...+3+2+1

Als je nu de twee sommen bij elkaar optelt... dan heb je steeds dezelfde termen... ga maar na:
1+n2
2+(n2-1)=n2+1
3+(n2-2)=n2+1
...
Enz...

Hoeveel termen heb je dan uiteindelijk? Precies n2 keer n2+1, dus als de S en S optelt krijg je n2·(n2+1). Dus:

2S=n2·(n2+1)
S=1/2n2·(n2+1)

Dus het totaal van alle getallen is 1/2n2·(n2+1).
De som van 1 rij (of 1 kolom) is 1/2n·(n2+1).

Makkelijker kunnen we 't niet maken...

WvR
maandag 9 januari 2006

©2001-2024 WisFaq