Afgeleide van de 2de orde van een impliciete functie
De opgave vraagt om de afgeleide van de 2de orde van de impliciete functie X3-3x-y2+2=0 de vinden. De afgeleide van de eerste orde geeft na differentieren: 3x2dx-3dx-2ydy=0 na deling door dx bekom ik 3x2-3-2ydy/dx=0 of nog 3x2-3-2yy'=0 en y'= 3(x2-1)/2y (a)
Om de afgeleide van de tweede orde te bekomen krijg ik bij het differentieren naar x 6xdx-0dx- d(2yy') Mag ik d(2yy') = 0 stellen niet tegenstaande dat y'=f'(x,y) (zie a)?
{Voor de rest gaat het wel: differentieren naar y geeft -2yd(y')-2y'dy Dus 6xdx-2y d(y')-2y'dy= 0 en na deling door 2dx bekom ik 3x-y d(y')/dx-y'dy/dx= 0 of nog 3x-yy"- y'y'=0 of yy"=3x-(y')2 en tenslotte y"= .../y}
Maar ik twijfel over deze uitkomt ?
J-P
Ouder - donderdag 5 januari 2006
Antwoord
Beste Jean-Pierre,
Voor de volledigheid neem ik aan dat y een impliciete functie is van x en dat je dus y" = dy2/d2x zoekt. Je eerste afgeleide is correct, we hebben dus dat:
y' = 3(x2-1)/(2y)
Om y" te vinden kunnen we deze vergelijking nu opnieuw naar x afleiden, maar wat je dan precies doet is me niet duidelijk. Je moet er natuurlijk rekening mee houden dat die y in de noemer een functie van x is, dus de quotiëntregel toepassen.