Oke.. bij een vlieger is de oppervlakte dus het grootst als hoek BCD 90 graden is. De oppervlakte is 2·1/2·2·3 (2 driehoeken) = 6 cm2, wat gelijk is aan de grootste oppervlakte van een rechthoek met dezelfde zijden. Maar is het ook te bewijzen dat een vlieger onder deze omstandigheden de grootste oppervlakte heeft?
Erick
Leerling bovenbouw havo-vwo - vrijdag 2 december 2005
Antwoord
In dezelfde tekening. Driehoek BCD kan je 'draaien'. Je krijgt dan een parallellogram ABED (je kunt D verslepen):