Dit is een vraag van Wiskunde B dag van vandaag. Je schrijft 8 getallen op. Twee getallen verschillen een 7-voud. Toon aan dat dit waar is. Zoals: 7 en 1 14 en 2 21 en 3 enz.
Nu dacht ik als je nu 16, 26, 36, 46, 56, 66, 76, 86 neemt, krijg je geen een 7-voud verschil. Klopt dit wel dan?
Martij
Leerling bovenbouw havo-vwo - vrijdag 25 november 2005
Antwoord
Beste Martijn,
Er is gesteld dat er dan minstens twee getallen onderling een verschil van een zevenvoud hebben. In jouw voorbeeld klopt dat ook, 86-16 is immers 70 en dat is 7·10, een zevenvoud.
Om aan te tonen dat dit in het algemeen geldt moet je eens denken wat je krijgt als je die 8 getallen deelt door 7. Hoeveel mogelijke resten zijn er?