Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 41675 

Re: Vraagstuk vergelijking rechte in de ruimte

Wat ik niets snap is waarom u de lengte van de vector a bepaald. Dit getal heef toch geen waarde, geen doel, geen betekenis? Hoe kom je dan aan 5/3t en 15/9t? Ik zie hoe je de plaatsvector bekomt maar wat wil dat dan zeggen?

Dank bij voorbaat,
mvg,

Tim Bu
3de graad ASO - maandag 21 november 2005

Antwoord

De vector a heeft de lengte 3, zoals ik je heb laten zien.
Als je deze vector met 5/3 vermenigvuldigt krijg je een vector ter lengte 5.
Het vliegtuig moest een snelheid 5 hebben in de richting van deze vector.
Daar heb je op deze manier dus voor gezorgd.

hk
maandag 21 november 2005

©2001-2024 WisFaq