Ik heb een vraagje over een oefening, hoe je daaraan begint: (3t-2) (3t+2) (9t+4)=
en deze ook: 26abc - 13ab2c - 52a2bc =
Iris
Iets anders - maandag 26 augustus 2002
Antwoord
Beste Iris,
Ik weet niet helemaal wat de bedoeling is van je vraag, maar ik denk dat je bij de eerste vraag de haakjes weg wilt werken en bij de tweede een eenvoudigere schrijfwijze wilt.
(3t-2)(3t+2)(9t+4)= ((3t)2-22)(9t+4) * eerst de eerste twee termen met elkaar vermenigvuldigen; merkwaardig product)
((3t)2-22)(9t+4)=(9t2-4)(9t+4) * de haakjes in de eerste term wegwerken
9t2-4)(9t+4)=81t2+36t2-36t-16 * nu deze twee termen met elkaar vermenigvuldigen
26abc - 13ab2c-52a2bc=(26-13b-52a)abc * de gemeenschappelijke term (abc) buiten haakjes halen
Wil je nog meer weten dan kun je altijd weer een nieuwe vraag stellen hier op WisFaq. Misschien is het wel handig je vraag iets explicieter te stellen.