eerst moet je zien dat de letters (a) aan 1 kant van het gelijkheidsteken staan en de cijfers aan de andere kan. Het gelijkheidsteken blijft gelden als je aan beide kanten van het gelijkheidsteken hetzelfde getal optelt of aftrekt. we gaan nu eerst de 18 overbrengen naar de rechterkant (het teken verandert).
2a2-18+18=0+18 -18+18 aan de linkerkant = 0 dus: 2a2=18
dan moeten we de cijfers voor de onbekende (a) wegwerken. Dit doen we door aan beide kanten te delen door 2.
2/2a2=18/2 a2=9
nu is a gemakkelijk te bereken, namelijk de wortel van 9. a is dus 3 of -3 (-32 geeft ook 9, want -3*-3 heeft 2 negatieve getallen, waardoor het resultaat positief is). Proef: 2*32-18=0 2*(-3)2-18=0
-5a2+5=0 hetzelfde systeem: -5a2=-5 (beide kanten -5) a2=1 (beide kanten delen door -5) a=1 of a=-1