Mijn vraag is hoe je van de expliciete voorstelling(parametervoorstelling) van een rechte : {(2+t),1-3t} te naar de impliciete voorstelling(cartesiaanse) (3x+y=7) geraakt?
Kan iemand me helpen Dank bij voorbaat, Jesper
Jesper
Student universiteit - zondag 23 oktober 2005
Antwoord
Je weet dus x=2+t en y=1-3t. Je gaat nu t elimineren. Vaak kan dat door één van de twee vergelijkingen die je hebt te herschrijven in de vorm t=... Nemen we b.v. x=2+t, je kunt dan ook schrijven t=x-2. Dit vul je in de andere vergelijking in, je krijgt dan y=1-3(x-2), dus y=1-3x+6, dus y=7-3x. In dit is weer hetzelfde als 3x+y=7.