Ik snap dan niet hoe je het functievoorschrift zonder absoluutstrepen kan zetten in gessplitste vorm? Wat moet je met die 0.5X doen? En nog een vraag, hoe kan ik dan vervolgens oplossen: y(x)groter of gelijk aan 4.
Alvast heeel erg bedankt voor de hulp! :)!
Tes
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 2 oktober 2005