Eerst maar even een tekening:
Voor de oppervlakte van een trapezium gebruik je de volgende formule:
..met a en b de lengte van de evenwijdige zijden en h de hoogte.
In dit voorbeeld:
4·opp(AMND)=7·opp(MBCN)Ingevuld:
4·½·(AD+MN)·½h=7·½·(MN+BC)·½h
Nu valt er 't een en 't ander weg:
4·(AD+MN)=7·(MN+BC)
4·AD+4·MN=7·MN+7·BC
4·AD=3·MN+7·BC (1)
Verder geldt:
opp(ABCD)=opp(AMND)+opp(MBCN)
½·(AD+BC)·h=½·(AD+MN)·½h+½·(MN+BC)·½h
Hier valt ook het 't een en 't ander weg:
AD+BC=½·AD+½·MN+½·MN+½·BC
AD+BC=½·AD+½·BC+MN
½·AD+½·BC=MN
Omdat we nu MN hebben uitgedrukt in AD en BC kunnen we dit in (1) invullen:
4·AD=3·(½·AD+½·BC)+7·BC
4·AD=1½·AD+1½·BC+7·BC
8·AD=3·AD+3·BC+14·BC
5·AD=17·BC
AD:BC=17:5
WvR
vrijdag 16 augustus 2002