Geen idee, zou jij mij dat niet kunnen zeggen? Wiskunde is bij mij niet fantastisch hoor...
Stepha
1ste graad ASO-TSO-BSO - zaterdag 21 mei 2005
Antwoord
Wat niet is kan nog komen... Als a drie keer zo groot is als b, dan kan je schrijven:
a=3×b of ook wel a=3·b of ook wel a=3b
Als ik weet dat 2k-3 drie keer zo groot is als k-3, dan kan je schrijven:
2k-3=3·(k-3) of ook 2k=3(k-3)
Zo'n vergelijking kan je oplossen en dan weet je wat je voor k moet nemen zodat het allemaal klopt. En 'k' was het zakgeld van Koen... Zou dat zo lukken?