Je krijgt bij de vraag; wat is de gulden snede een goede berekening; x2+10x-100=0 Nu moet je het verder gaan uitrekenen met de abc-fomule, maar ik snap niet hoe je dat kunt doen. Wilt u de stapjes goed, duidelijk uitleggen?
Elise
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 26 april 2005
Antwoord
Beste Elise, Je moet dus de vergelijking: x2+10x-100=0 oplossen met de Abc-formule: (-b±Ö(b2-4ac))/(2a) (let erop dat ± niet betekend 'ongeveer', maar dat er eigenlijk twee formules zijn, eentje die + gebruikt, eentje die - gebruikt) Deze formule hoort bij de algemene vergelijking ax2+bx+c=0 In jouw vergelijking heb je in plaats van ax2 heb je x2 ofwel 1·x2 en kunnen we dus stellen: a = 1 Tevens heb je in plaats van bx heb jij 10x dus: b=10 En in plaats van c heb jij -100 dus: c=-100 Dit allemaal nu invullen in de formule geeft: -10±Ö(102-4·1·(-100)))/(2·1) Dan nu vereenvoudigen: 102=10·10=100 4·1·(-100) = 4·(-100) = -400 Dus het geheel onder de wortel wordt: 102-4·1·(-10))=100- -400 = 100+400 = 500 En de noemer in de formule (gedeelte onder de deelstreep) wordt: 2·1=2 Dus de hele formule kan vereenvoudigd worden naar: -10±Ö(500))/2 Dan nu handmatig een wortel vereenvoudigen: Kijk steeds door welk kleinste getal het gedeelte onder de wortel deelbaar is en stop als je bij 1 bent, ofwel: 500 is deelbaar door 2, 500/2=250 250 is deelbaar door 2, 250/2=125 125 is deelbaar door 5, 125/5=25 25 is deelbaar door 5, 25/5=5 5 is deelbaar door 5, 5/5=1 Dus 2·2·5·5·5=500 en kunnen we dus herschrijven: Ö(500)=Ö(2·2·5·5·5) = Ö(22·52·5) Omdat geldt: Ö(p·q)=Ö(p)·Ö(q) mogen we dus ook herschrijven: Ö(22·52·5)=Ö(22)·Ö(52)·Ö(5) En omdat algemeen Ö(p2)=p krijgen we zo: 2·5·Ö(5)=10·Ö(5)
Terug naar onze formule: (-10±Ö(500))/2 wordt dus nu: (-10±10·Ö(5))/2
Dit is weer te herschrijven naar: 2·(-5±5·Ö(5))/2 En dit is weer te vereenvoudigen naar: -5±5·Ö(5)
Echter de gulde snede is: (1+Ö(5))/2 en dit zal dus niet echt een goede benadering zijn.
Kijken we nog even naar de 'negatieve' variant van ons gevonden antwoorden: -5-5·Ö(5) Deel dit door -10 en we krijgen zo: (-5-5·Ö(5))/(-10) Dit is te vereenvoudigen naar: (1+Ö(5))/2 Dit zou dan weer wel de gulden snede zijn.