Ik vind het bepalen van variabelen (en dan bedoel ik of ze discreet of continu zijn) een beetje raar.
In het boek staan 4 voorbeelden:
De tijdsduur T die een vertegenwoordiger nodig heeft om een klant te bezoeken.
Het aantal vakantiewoningen V dat jaarlijks in de provincie gebouwd wordt.
Het besteedbare bedrag B per maand van een gemiddelde 5vwo leerling.
Het gemiddelde benzinegebruik L van een personen van een personenauto per 100 kilometer.
Volgens het antwoordenboekje zijn de antwoorden:
continu
discreet
discreet
continu
2 en 3 snap ik wel, maar waarom zijn 1 en 4 continu dan? Ze kunnen bijvoorbeeld geen negatieve waarden aannemen en continu houdt in dat ze ongeveer alle waarden aan kunnen nemen. Bestaat hier een ezelsbruggetje voor of iets anders waardoor je hierin geen fouten maakt ?
Sabine
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 17 juni 2002
Antwoord
De 'essentie' (wat belangrijk is!) zit 'm in het aannemen van tussenwaarden. Zo is het bijvoorbeeld een beetje onzin om te praten over 1,5 vakantiehuisje... dus het gaat er niet om of de variabele 'alle' waarden kan aannemen, maar of de variabele 'tussenwaarden' kan aannemen.
In jouw voorbeeld is tijdsduur inderdaad continu, want allerlei tussenwaarden zijn mogelijk... ook bij het gemiddeld bezineverbruik kan je allerlei tussenwaarden krijgen.
Het heeft dus alles te maken met meten. Zaken als lengte, gewicht, tijdsduur, inhoud, oppervlakte, leeftijd... e.d. zijn allemaal continu.
Discreet zijn bijvoorbeeld: posttarieven, aantal mensen, aantallen in het algemeen, cijfers op je diploma, aantal ogen met een dobbelsteen, enz... Waarom? Omdat de tussenwaarden niet mogelijk zijn. Je kunt met een dobbelsteen nu eenmaal geen 4,5 gooien...
Een handig 'hulpje' zou kunnen zijn dat je je afvraagt welke waarden een variabele aan kan nemen... en je dan afvragen of je alle mogelijke waarde op zou kunnen noemen en zo ja, dan is het discreet.
Voorbeeld Bij een toets kan 90 punten verdienen. Je eindcijfer wordt bepaald met de formule cijfer=(punten+10):10 Is dit discreet of continu? Als je 20 punten haalt, dan krijg je een 3 en als je 21 punten haalt krijg je een 3,1 kan je ook een 3,05 halen? Nee! Dus discreet!
Voorbeeld Een machine maakt spijkers. Je meet de lengte van 100 spijkers die uit deze machine rollen... is 'de lengte van een spijker' nu continu of discreet? In principe kan je allerlei (tussen-)waarden verwachten... het is maar hoe precies je meet! Dus continu!