Ik snap maar niet hoe ik deze vergelijking moet oplossen. Is er iemand die het wel lukt?
Öx = -0,25x+3
Mar.
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 12 april 2005
Antwoord
Hallo,
Öx = -x/4 + 3
Als je beide leden kwadrateert vind je:
x = (-x/4 + 3)2
Los dit op naar x zoals een normale kwadratische vergelijking (abc-formule ofzo...). Opletten: toen je beide leden kwadrateerde ging je ervan uit dat ze hetzelfde teken hadden. Vermits Öx positief is moet je dus controleren of je oplossingen ingevuld in het rechterlid ook positief zijn.
Ik heb het zelf even uitgewerkt, je vindt 2 oplossingen waarvan één aan deze voorwaarde voldoet (en dus een oplossing is van je vergelijking) en één die er niet aan voldoet, die moet je verwerpen.