Dank u wel voor de antwoord maar er is een kleine probleem denk ik.
We beginnen met : L/2*2v/c2-v2 We schrijven dit als één breuk en delen de 2 in teller en noemer weg :
Lv/c2-v2 = Lv*1/c2-v2
We gaan nu Lv delen door c2 en de breuk terug vermenigvuldigen met c2
Lv/c2*c2/c2-v2
Je eerste gedeelte Lv/c2 heb je dus al.WAT GEBEURD ER MET DIE -V2???
De tweede breuk gaan we nog wat bewerken : De teller c2 schrijven we in de noemer van de noemer :
c2/c2-v2 = 1/(c2-v2/c2)
In de noemer van deze breuk staat nu c2-v2/c2 = 1-v2/c2
Zo bekom je dus 1/(1-v2/c2)
vahab
2de graad ASO - vrijdag 8 april 2005
Antwoord
Die v2 blijft in de noemer van de tweede breuk staan, daar is op dat moment nog niets mee gebeurd. De oorspronkelijke breuk Lv/(c2-v2)werd vermenigvuldigd en gedeeld door c2.