In een vaas zitten 10 knikkers, 6 rode en 4 gele. Piet trekt een knikker, noteert de kleur en legt de knikker weer terug. Daarna pakt hij nog een knikker. Ook hiervan noteert hij de kleur. Hij defineert de volgende gebeurtenissen:
A: knikker 1 is geel B: beide knikkers hebben dezelfde kleur
bereken P(A) en P(B)
bereken P(A|B) en P(B|A) en geef daarmee aan of gebeurtenis A en B afhankelijk zijn.
anton
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 7 april 2005
Antwoord
Misschien moet je de spelregels eens lezen!
..en dan moet je er toch wel uit kunnen komen denk ik.