Ik zit in de 4e klas van het vwo en ik heb binnenkort een repetitie over getallenrijen. Een deelonderwerp is recursieve formules.
Ik heb een vraag: Ik heb de formule U(n+2)=2·U(n+1)+U(n) met U1=2 en U3=3. Dan moet ik berekenen: U3 t/m U8. Hoe kan ik hier deze U(n) berekenen met een formule die begint met U(n)=....
Alvast bedankt
Groeten
Aart S
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 3 april 2005
Antwoord
Het berekenen van U3 t/m U8 lijkt me niet zo'n probleem...?
U(3)=2·U(2)+U(1) en je weet U(3)=3 en U(1)=2 Dus: 3=2·U(2)+2 U(2)=1/2