Beredeneer dat bij vaste oppervlakte A het verband tussen de inhoud (V) en de diameter (d) een derde-machts-relatie is ofwel V = derdegraadspolynoom van d. Het gaat om een cilinder vormige blik.
Eric
Student hbo - vrijdag 7 juni 2002
Antwoord
Gegeven de oppervlakte A voor de cilindermatel: A=2· ·r·h Þ h=A/2pr
Voor de inhoud geldt: I= ·r2·h
Invullen van levert:
Dus niks derdegraadspolynoom, gewoon lineair!
Of moeten onder de oppervlakte verstaan worden 'inclusief de bodem en deksel'?
Inderdaad... maar is dit een redenering? Of moet je dan iets slims roepen?