tamara
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - woensdag 16 maart 2005
Antwoord
Zoiets zul je systematisch aan moeten pakken.
We kunnen de getallen 000 t/m 999 gaan bekijken, in 1000 zit toch geen 9. Stel we nemen a, b en c. Dan kunnen we zo'n getal schrijven als abc (dus eigenlijk a*100+b*10+c)
Vervolgens gaan we kijken voor a, b en c hoevaak ze 9 zijn.
a zal 100 keer 9 zijn, namelijk voor de getallen 900 t/m 999.
b zal 10*10=100 keer 9 zijn. Namelijk bij 090 t/m 099, 190 t/m 199, 290 t/m 299 etc, tot 990 t/m 999.
c zal 10*10=100 keer 9 zijn. Namelijk bij 009, 019, 029 etc. Maar ook weer bij 109, 119, 129 etc. en 209, 219, 229 etc.
Voor zowel a, b als c geldt dus dat ze in 100 gevallen 9 zullen zijn. In totaal komt de 9 dus 300 keer voor.