de vorige is dus gegeven (hoe komthet dat we die (-2) zomaar mogen opsplitsen ? DE 2 NAAR voren en de (-) naar (-sin(b/2) ?
a*(-2)b*(-c)= 2a*b*c (dit bekom ik dus) ik weet dat dat mag maar waar juist naar die plaatsen?
lien
3de graad ASO - zondag 6 maart 2005
Antwoord
Hallo,
"hoe komthet dat we die (-2) zomaar mogen opsplitsen ?"
De vermenigvuldiging is 'commmutatief', hetgeen wil zeggen dat je factoren van plaats mag wisselen. Het feit dat je die -2 dan ook nog kan 'opsplitsen' in het min-teken en de twee komt omdat je dat min-teken eigenlijk ook kan zien als '-1', alleen schrijven we in een product die één niet meer expliciet op.
"ik weet dat dat mag maar waar juist naar die plaatsen? "
Gewoonlijk wil zal men een wiskundige uitdrukking altijd zoveel mogelijk proberen te vereenvoudigen. Een even aantal min-tekens vallen in een product dan altijd weg en een oneven aantal reduceert zich tot één enkel min-teken (wat dan gewoonlijk vooraan geplaatst wordt). Als je met onbekenden of goniometrische uitdrukkingen e.d. werkt zetten we constante factoren (zoals de 2 hier) ook gewoonlijk voorop.