Ik moet een bewijs geven dat wanneer er twee evenwijdige lijnen een cirkel snijden, de bogen gelijk zijn. Ik heb heel veel geprobeerd, maar ik kom er niet uit...
Twee evenwijdige lijnen snijden een cirkel. Er worden hierdoor twee bogen AB en CD afgesneden. Bewijs dat boog AB=boog CD.
Zou u mij kunnen helpen?
Met vriendelijke groet
B.
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 27 februari 2005
Antwoord
Hint: trek de lijn AC en gebruik een stelling over Z-hoeken en een stelling over omtrekshoeken.