Bovenstaande methode is redelijk standaard en staat (wegen in een rooster) in het meeste lesmateriaal wel beschreven.
Het kan ook anders. Misschien makkelijker te begrijpen voor jou: Je begint bij het eerste bakje. Wanneer je een knikker in een bakje gooit noteer je dat met een 1. Een 0 gebruik je om aan te geven dat je naar het volgende bakje opschuift. Je hebt vijf knikkers en vier bakjes. Het rijtje 01110101 geeft nu weer dat je 0 knikkers in bakje 1 gegooid hebt, 3 knikkers in bakje 2, 1 knikker in bakje 3 en de laatste knikker in bakje 4. Alle mogelijkheden kun je nu weergeven als een rijtje van 3 nullen (3 keer een bakje opschuiven) en 5 enen (5 knikkers gooien). Het aantal mogelijke rijtjes dat je kunt maken met 3 nullen en 5 enen moge bekend zijn. Dat is (8 boven 3) of (8 boven 5).