onderstaande limiet krijg ik niet opgelost, of ik gebruik de worteltruc verkeerd, of het verm. gaat verkeerd. Zou u mij dit vraagstuk volledig uit willen werken zodat ik de andere vraagstukken kan maken b.v.d. Lim x$\to$2 (2-x)/√x-√(4-x)
Jan
Student hbo - dinsdag 25 januari 2005
Antwoord
Beste Jan,
Als je teller en noemer vermenivuldigt met het toegevoegde complement van de noemer, √x+√(4-x), dan kan je dit in de noemer uitwerken tot x-(4-x) = 2x-4 = 2(x-2)
In de teller staat er dan (2-x)(√x+√(4-x)), als je nu in de teller een min-teken invoert, dan kan je de tekens in de eerste factor verwisselen: (2-x)(√x+√(4-x)) = - (x-2)(√x+√(4-x))
Nu is de factor (x-2) gemeenschappelijk in teller en noemer, deze kan je schrappen. Als je nu je 2 invult voor je limiet kom je er wel