Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 32945 

Vierhoek berekenen

Hallo,

heb net antwoord gekregen, maar ik kom er niet uit.

Gegeven :
- vierhoek abcd
- ab = 30,45
- bc = 30,55
- cd = 30,55
- da = 30,45
ab is evenwijdig aan cd

Gevraagd : bereken ac en bd.

Dank

Dirk

Dirk
Iets anders - donderdag 20 januari 2005

Antwoord

dag Dirk,

Dan maar even een tekening als hulpmiddel.
q32953img1.gif
In mijn tekening is ab langer dan cd, maar dat maakt voor het principe niet uit. Desnoods hernoem je de punten.
Nu zijn de drie zijden van driehoek pbc bekend.
Daarmee heb je de mogelijkheid om Ðcpb te berekenen met de cosinusregel. Noem deze hoek a:
bc2 = pb2 + pc2 - 2·pb·pc·cos(a)
waaruit cos(a) te berekenen is.
Maar Ðdab is ook gelijk aan a.
Dus er geldt in Dabd:
bd2 = ab2 + ad2 - 2·ab·ad·cos(a)
waarmee je dus de diagonaal bd kunt uitrekenen.
Overigens is jouw vierhoek tamelijk vierkant, waardoor je al een behoorlijk goede benadering van de lengtes van de diagonalen kunt krijgen door de zijde te vermenigvuldigen met Ö2.
NB. als de vier zijden echt precies even lang zijn, dan kun je de diagonalen niet berekenen, omdat je dan oneindig veel mogelijkheden hebt: allemaal ruiten die meer of minder platgedrukt kunnen worden.
groet,

Anneke
donderdag 20 januari 2005

©2001-2024 WisFaq