Dankje voor de hulp. Maar wat doe ik toch steeds fout tijdens het bepalen van zo'n oppervlakte. Bij de bovenstaande opgave deed ik het volgende: De vgl van de raaklijn: y=16x-20=g(x) de oppervlakte is dan: f(x)-g(x) met f(x)=x^3+x2
Dan berekende ik de integralen van [0,2] òx^3dx -16òxdx+ 20ò1dx met bovengrens 2, ondergrens 0. Na uitrekenen bekom ik opp=56/3 Helaas...Fout! Het moet 13/6 zijn... Wat deed ik fout?
Alvast bedankt!
wendy
3de graad ASO - zaterdag 15 januari 2005
Antwoord
Noem het snijpunt van g met de x-as p. In [p,2] wordt de oppervlakte inderdaad gegeven door de integraal van f-g, maar niet in het interval [0,p], waar de x-as (en niet de raaklijn) de ondergrens vormt van het gebied dat we bestuderen, daar is het dus enkel de integraal van f.
Tussenoplossingen ter controle: òf in [0,p] = 3875/3072 òf-g in [p,2] = 927/1024 = som is inderdaad 13/6