Hello, Voor welke k¹0 heeft de vergelijking (2-3i)z2-(k-1)z+4+3i=0 een reële wortel. Bereken voor deze k alle wortels van de vergelijking. k moet 7 of -5 zijn....Voor mij een probleem Groet Hendrik
hl
Ouder - dinsdag 4 januari 2005
Antwoord
Als z reeel is kan de vergelijking eenvoudig opgesplitst worden in een reeel en imaginair deel
2z2-(k-1)z+4 = 0 i(-3z2+3) = 0
Aan de laatste vergelijking wordt voldaan door z=1 of z=-1. Wanneer zijn die ook een oplossing van de eerste vergelijking? Stop ze er in en vind k=7 (met een reele wortel z=1) of k=-5 (met een reele wortel z=-1)
Maak nu niet de fout te denken dat de wortels steeds z=1 en z=-1 zijn. Een van de wortels zal 1 of -1 zijn, de andere complex. Gebruik de gevonden waarden van k om ook de andere wortel te vinden, met behulp van de discriminant.