De stelling van Desargues wordt bewezen door de stelling van Menelaos toe te passen. Op t laatst vermenigvuldig je de deelverhoudingen en na enige ordening krijg je dan de omgekeerde stelling van Menelaos. Maar waarom vallen de 2 andere producten weg?Zijn dat ook driehoeken met een transversaal? Ik hoop dat jullie me kunnen helpen.....
TH
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 30 december 2004
Antwoord
Bij bovenstaand plaatje vinden we (volgens de stelling van Menelaos): (BCQ).(COC').(OBB') = 1 (CAR).(AOA').(OCC') = 1 (ABP).(BOB').(OAA') = 1 opvolgend met transversalen QC'B', RC'A' en PA'B' bij de driehoeken BCO, CAO en OAB. Vermenigvuldiging van linker en rechter leden geeft (links) een product van 9 deelverhoudingen dat gelijk is aan 1. In dat product staan bijvoorbeeld de factoren: (COC') = C'C / C'O en (OCC') = C'O / C'C Die twee deelverhoudingen met elkaar vermenigvuldigd geven (links) de waarde 1. En dat doen (OBB') en (BOB') ook. En (AOA') en (OAA') ook. Zodat we (links en rechts) overhouden: (BCQ)(CAR)(ABP) = 1 En dus liggen Q, R, P op dezelfde lijn (omgekeerde stelling van Menelaos).