Hoe bewijs je dat een functie stijgend is in een bepaald interval?
een functie f is stijgend in [a,b] Ûf gedefinieerd is in [a,b] en "1,2 € [a,b]: 12 = f(1)f(2) een functie f is dalend in [a,b] Ûf gedefinieerd is in [a,b] en "1,2 € [a,b]: 12 = f(1)f(2)
f(x)= (3/x-1)+2
we tonen hier aan dat de functie dalend is in het interval ]1,+¥[ : gegeven: 12 en 1,2 € ]1,+¥[ ¯ 1-1 2-1 ¯ 1/1-1 1/2-1 ¯ 3/1-1 3/2-1 ¯ (3/1-1)+2 (3/2-1)+2 ¯ f(1) f(2)
dit ter informatie
maar hoe toon je nu aan dat deze functie STIJGEND is? (in beide delen van haar domein) :
f(x) = (x+1)/(x+2)
alvast bedankt
Nele V
3de graad ASO - zondag 5 december 2004
Antwoord
Wat hierboven staat begrijp ik niet zo, maar: We moeten aantonen: ab = f(a)f(b) I.p.v. kunnen we ook aantonen: a-b0 = f(a)-f(b)0 f(a)-f(b)=(a+1)/(a+2)-(b+1)/(b+2)= ((a+1)(b+2)-(b+1)(a+2))/((a+2)(b+2))= (ab+2a+b+2-ab-2b-a-2)/((a+2)(b+2))= (a-b)/((a+2)(b+2)). We weten al a-b0 Verder: Kiezen we a en b beide groter dan -2, dan: a+20, b+20, dus (a-b)/((a+2)(b+2))0 Kiezen we a en b beide kleiner dan -2 dan a+20 en b+20, dus (a+2)(b+2)0, zodat ook weer (a-b)/((a+2)(b+2))0