hoi hoi ik heb een vraag over het oplossen van cos3x -1/2 in [-p,p]
de lijn x=-1/2 snijdt de eenheidscirkel in A(2p/3) en B(4p/3) dus 3x Î{2p/3 +2kp,4p/3+2kp} geeft x Î{2p/9 +2kp/3,4p/9+2kp/3} omdat xÎ [-p,p] moeten we k ( in Z) bepalen die voldoet aan één van de volgende voorwaarden:
ik vraag me af waarvoor de twee laatste voorwaarden dienen? ik dacht dat de eerste voorwaarde al genoeg was?! alvast bedankt
Zuric
Leerling bovenbouw havo-vwo - vrijdag 26 november 2004
Antwoord
Wat men met de voorwaarden 2 en 3 wil, ontgaat mij ook. Als je de door jou opgeschreven oplossing (1) als uitgangspunt neemt en je laat k steeds toenemen/afnemen met stapgrootte 1, dan krijg je de correcte serie oplossingen. Als je er een grafiek bijhaalt, dan zie je het vrijwel direct.