Ik zat vast bij het opstellen van het verloop van een cyclometrische functie en een goniometrische. Ik heb me er dit weekend al suf naar gezocht maar kom het telkens niet uit, ik hoop dat jullie me verder kunnen helpen.
1) g(x)=3Bgsin(2x+2)
hier heb ik het domein van bepaalt en kom ik op dom f = [-3/2 ; -1/2]
Als nulpunt heb ik x= -1 gevonden
Er zijn volgens mij geen asymptoten
Nu komt mijn probleem bij de afgeleiden
3 D BGsin (2x+2) = 3 * (1/Ö1-(2x+2)2) * 2 als ik dit uitwerk volgens de formule
als ik dan verder uitwerkt kom ik tot deze eerste afgeleide : 6/Ö-2x2-4x-1 en hier is het fout volgens mij
... hier loopt het vast bij mij, heb al zoveel geprobeerd :(
Ik heb dat jullie me verder kunnen helpen
hartelijk dank
Bert
3de graad ASO - zondag 14 november 2004
Antwoord
dag Bert,
Vraag 1: Je afgeleide is inderdaad niet juist. Er geldt: (2x+2)2 = 4x2 + 8x + 4 Dus de afgeleide wordt 6/Ö(-4x2 - 8x - 3)
Vraag 2: De periode is 2p, omdat cos(x) deze periode heeft. Het feit dat sin(2x) periode p heeft verandert daar niets aan. De nulpunten vormen wel een probleem. Weet je wel zeker dat je het functievoorschrift juist hebt overgenomen? Misschien stond er een kwadraat bij de cosinusfunctie? Dan zou gelijk de periode op p gebracht worden, en kun je de nulpunten eenvoudig vinden. Wat de afgeleide betreft: Uit vraag 1 begrijp ik dat je de kettingregel juist kunt toepassen, dus mag het toch geen probleem zijn om sin(2x) te differentiëren? (2·sin(2x))' = 2·cos(2x)·2 = 4·cos(2x) Die vetgedrukte 2 is dus de afgeleide van 2x. succes,