Een eerste getal bestaat uit 2 cijfers gevolgd door een 4. Het tweede getal bevat dezelfde 2 cijfers in dezelfde volgorde maar voorafgegaan door een 4. Het tweede getal is net zoveel groter dan 400 als het eerste getal kleiner is dan 400.
Lung m
2de graad ASO - zondag 7 november 2004
Antwoord
De getallen kun je voorstellen als ab4 en 4ab. De grootte van de getallen is dan 100a + 10b + 4 resp. 400 + 10a + b. Omdat ze evenver afliggen van 400, is hun optelsom gelijk aan 800. Dat geeft na vereenvoudiging 10a + b = 36. Op zich zijn hier oneindig veel a's en b's voor te vinden, maar omdat a en b cijfers zijn, mogen ze maximaal 9 zijn en a mag zelfs niet 0 zijn. Hiermee kun je de a en b wel vinden, denk ik.