Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Nul matrix

   -1	2   -2
A= 2 0 1
0 4 -3
b) Verzin een vector x die ongelijk is aan de nulvector, waarvoor geldt dat Ax = 0
     .
A * . =0
.
c) Verzin een matrix X die ongelijk is aan de nulmatrix, waarvoor geldt dat AX = 0
     . . .
A * . . . =0
. . .

Gerwin
Student hbo - dinsdag 26 oktober 2004

Antwoord

b)
×=

Levert drie vergelijkingen met drie onbekenden:

-a+2b-2c=0
2a+c=0
4b-3c=0

c)
×=

Levert 3 stelsels met steeds 3 vergelijkingen met drie onbekenden (niet echt!). In bovenstaande berekening komt die eerste kolom me toch wel vaag bekend voor... ergens...

Succes!

WvR
woensdag 27 oktober 2004

©2001-2024 WisFaq