Halo, ik heb voor deze vraag eerst naar jullie andere links gesurft om het antwoord te weten te komen maar het lijkt dat KEN het niet wou beantwoorden en verwees me door naar wetenschapsforum.nl maar daar kwam ik niet wijs uit om m'n vraag te kunnen stellen, misschien kunnen jullie me op weg helpen, het heeft met fysica te maken maar ik vind m'n vergelijking niet.
een beweging gebeurt volgens een rechtlijnige baan nen de versnellingscomponent wordt gegeven door de functie : Ax= 0.30t Op het tijdstip t= 0.0s is de snelheidscomponent 4.00m/s De positie op het tijdstip t=1.0s bedraagt 20.0m Zoek de positie na 11seconden en de snelheidscomponnent na 7.0s
Nu als ik de formule voor de positie gebruik : x= x0+Vx·t +1/2 Ax·t2 (ax = versnelling en Vx is snelheid x0 is positie op begin wordt dus nul denk ik ) kom ik telkens verkeerd uit ook voor de formule van Vx= V0x + Ax·t kom ik ook totaal niet uit , de oplossing is voor t=11 : x=127m en voor t=7s moet de snelheidscomponente Vx = 11.3 m/s
Nu snap ik er niets van hoe het kan dat deze formules telkens nietuitkomen :( misschien kunnen jullie me op weg helpen met een vergelijking te geven?
Enorm bedankt, winny
winny
2de graad ASO - donderdag 7 oktober 2004
Antwoord
Wat je fout doet is de beweging beschouwen als eenparig versneld. Bij een eenparig versnelde beweging geldt bijvoorbeeld a(t)=0,3. In dit geval echter is a(t)=0,3·t. Dat is dus NIET eenparig versneld en die formule voor de positie is dus onjuist. De snelheidsTOENAME is 0ò70,3·t dt = [0,15·t2]07=7,35. Zodat de snelheid op t=7 is 4+7,35=11,35 De formule voor de snelheid op tijdstip t wordt nu v(t)=4+0,15·t2 De toename van de afstand van t=1 tot t=11 is 1ò114+0,15·t2 dt = [4t+0,05·t3]111=106,5 Zodat de positie op tijdstip t=11 wordt: 20+106,5=126,5