geg. een rechthoek ABCD met |AB|= 10 cm en |BC|= 5 cm. op elk van de zijden passen we een lijnstuk af met een lengte van x cm. Zo bekomen we het parallellogram EFGH. Voor welke waarde x is de oppervlakte van dit parallellogram minimaal?
ik was al gekomen tot de vgl. y=2x2-20+50 maar ik heb geen idee hoe je een minimale waarde hieruit moet bereken...
Veerle
2de graad ASO - zondag 26 september 2004
Antwoord
Voor de oppervlakte van het parallellogram bekom ik
50 - 2 [x(5-x)/2] - 2 [x(10-x)]/2 = 2x2-15x+50
De top van deze parabool ligt dus op x="-b/(2a)"=15/4. Stop deze waarde in bovenstaande uitdrukking om de minimale oppervlakte van het parallellogram te bekomen...