Bewijs 1 is me echter nog niet helemaal duidelijk:
Dus: (a+bi)=(m+i)/(m-i) Hieruit zou ik dan een m-waarde moeten vinden? Dan bekom ik: Û am+ bim- ai -bi- m- i=0 Û (a+bi-1)m=(a+b+1)i Û m= (a+b+1)i/(a+bi-1)
En dan? Hoe kan ik dan verder? Wat doe ik verkeerd?
Groetjes en alvast bedankt...
Sabine
3de graad ASO - zondag 19 september 2004
Antwoord
Dag Sabine
De methode die je volgt is goed. Er zitten wel enkele foutjes in:
Nu rest ons alleen te bewijzen dat m reëel is. Je moet m herschrijven totdat er geen "i" meer inzit. Hierbij zal ik je wat helpen. Vermenigvuldig teller en noemer met [(a-1)-b*i]. Als je de noemer verder uitwerkt, zal je zien dat die niet meer complex is. Ook de teller wordt reëel, omdat (a2-1+b2)=0. Dit volgt immers uit a2+b2=1. Een getal met een reële teller en een reële noemer, is ook reëel.