hallo , ik moet een 2egraadsvergelijking oplossen met als opgave 3(x-3)(x-4)=(x-4)2 maar ik weet niet wat ik eerst moet doen vermenigvuldigen met 3 of de haakjes uitwerken ? ik hebbet allebei al geprobeerd maar het komy altijd iets anders uit dus ...
Li
2de graad ASO - donderdag 9 september 2004
Antwoord
Als het goed is, maakt de volgorde van vermenigvuldigen niet uit, natuurlijk. Zolang je niet door (x-4) deelt, is er geen probleem; als x=4 deel je door 0, maar dat had je vast zelf al gezien. Optie 1: (x-3)(x-4)=x2-4x-3x+12=x2-7x+12 dus 3(x-3)(x-4)=3(x2-7x+12)=3x2-21x+36 Optie 2: 3(x-3)=3x-9 dus 3(x-3)(x-4)=(3x-9)(x-4)=3x2-12x-9x+36=3x2-21x+36
Als je de rest zelf uitschrijft en wat vereenvoudigt, hou je een 2e-graads vergelijking in x over. Oplossen met abc-formule geeft.... Tja, zelf doen is altijd veel leuker!