"In een assenstelsel zijn de punten A(6,4), B(-2, 8) en C(-3,-4) gegeven. Onderzoek of de driehoek ABC gelijkbenig is." Dat is de opgave, ik weet wel dat deze driehoek gelijkbenig is, maar hoe kan ik dit op het antwoordblad noteren in de vorm van een formule over 'de stelling van Pythagoras'? Bedankt op voorhand...
Sven B
2de graad ASO - woensdag 8 september 2004
Antwoord
Volgens mij bereken je 'gewoon' de lengten van AB, BC en AC met behulp van de stelling van Pythagoras. Je zult dan wellicht kunnen vaststellen dat er twee zijden evenlang zijn, waarmee dit onderzoek is afgesloten... toch?