In de wiskunde staat er bij het gebruik van de cosinusregel een minteken nl. c2 = a2 + b2 - 2ab cosα In de fysica zijn a en b zijn de groottes van de gegeven vectoren, c is de grootte van de resulterende vector die we zoeken en α is de hoek tussen beide vectoren. Als we in de fysica deze regel gebruiken om algebraïsch de grootte van de resultante c van twee vectoren te zoeken, staat er een plusteken!c2= a2+b2+2ab cosα Hoe komt dit????
Charlo
3de graad ASO - zaterdag 4 september 2004
Antwoord
Kijk eens naar dit plaatje:
Met de cosinusregel zou je niet de lengte van a+b uitrekenen. Dat wil je wel... Dus verschuif je de vector a (of b), dan krijg je een driehoek waarin je wel de lengte van a+b kan berekenen met de cosinusregel... ...en omdat de hoek dan 180°-a is zou je cos(180°-a) moeten nemen... of je neemt -cos(a)... ...en wat denk je... ...krijg je (met de cosinusregel) toch: