Hoi, in een cirkel met straal 5 cm meet een omtrekshoek 1.26 radiaal bereken de lengte van de boog tussen de benen van de hoek.
wat betekent dit nu eigenlek? "meet 1.26 radiaal" is dat dan 1.26*p en hoe bereken je de boog van een hoek als de radiaal bekend is?
Dirk
3de graad ASO - maandag 2 augustus 2004
Antwoord
360° = 2p radialen.
Dus een hoek van 1.26 radialen is 1.26/2p van een hoek van 360° De lengte van de boog is dus 1.26/2p maal de totale cirkelomtrek. Aangezien je de straal van de cirkel gegeven hebt ken je dus ook zijn omtrek. De lengte van de boog= omtrekcirkel × 1.26/2p