Opmerking: naar het getal 1e som 5,2,15 2e som 25 en 14 en 3e som 5,4 en 3 heb ik een spatie over gelaten. namelijk dat de getallen die naar die getallen komen moeten getallen zijn in machten. die ik niet kon typen. ik hoop dat het lukt alvast bedankt jeffrey.
ron, e
Leerling mbo - dinsdag 29 juni 2004
Antwoord
Bij som 1 hebben we dus 51492*21789/151343. We gaan nu logaritmen gebruiken om het antwoord te berekenen. We hebben de rekenregels: log(a)+log(b)=log(a.b) log(a)-log(b)=log(a/b) log(an)=n.log(a) We nemen nu log(51492*21789/151343) Toepassen van de drie regels levert dan: 1492.log(5)+1789.log(2)-1343.log(15). De rekenmachine levert dan als antwoord: 1,9153478. We moeten dit weer terugrekenen naar een gewoon getal. Omdat log(a)=10log(a) hebben we nu 10log(het gezochte getal)=1,9153478. Het gezochte getal is dan 101,9153478=82,29013985.