Ontzettend dom misschien, maar ik zie door de bomen het bos niet. Hoe moet ik die parametervoorstelling maken? Ik ga er vanuit dat het oplossen van de parameter mij wel lukt. Bvd!
dj
Student hbo - dinsdag 22 juni 2004
Antwoord
Een parametervoorstelling van een lijn door twee punten A en B vind je door (bijvoorbeeld) OA te kiezen als steunvector, en AB als richtingsvector. De vector AB vind je door de coördinaten van B af te trekken van de coördinaten van A, dus AB = OB - OA Je krijgt in dit geval dus: