twee gelijkbenige driehoeken zijn congruent als een been van de ene driehoek even lang is als een been van de andere driehoek en bovendien de tophoeken even groot zijn
twee driehoeken zijn congruent als zij twee zijden en de zwaartelijn op één van deze zijden gelijk hebben
koen
Overige TSO-BSO - vrijdag 18 juni 2004
Antwoord
Twee driehoeken zijn congruent als ze gelijk hebben: 1. drie zijden (ZZZ) 2. twee zijden en de ingesloten hoek (ZHZ) 3. een zijde en twee aanliggende hoeken (HZH) 4. een zijde, een aanliggende hoek en de overstaande hoek(ZHH) 5. Twee zijden en de rechte hoek tegenover een van de zijden (ZZR)
* Waar of niet waar? Twee gelijkbenige driehoeken zijn congruent als een been van de ene driehoek even lang is als een been van de andere driehoek en bovendien de tophoeken even groot zijn.
Dus zolang de benen van beide driehoeken en de tophoeken gelijk zijn, kun je inderdaad bewijzen dat ze congruent zijn.
* Waar of niet waar? Twee driehoeken zijn congruent als zij twee zijden en de zwaartelijn op één van deze zijden gelijk hebben.