Volgende week heb ik examen vwo wiskunde b (os) nu ben ik dus druk bezig met het maken van oefenexamens. Graag zou ik willen weten of het uitmaakt op wat voor manier je iets berekent. Want het is wel eens zo (bijvoorbeeld met goniometrische functies) dat ik wel het goede antwoord heb maar een andere manier van berekenen heb gekozen dan dat op het correctievoorschrift staat. Mijn vraag is dus moet je manier van berekenen precies hetzelfde zijn?
Dan heb ik nog een vraagje. Als je alles goed hebt dan heb je 90 punten, is het dan ook zo dat je het aantal behaalde punten moet delen door 9 om je cijfer te weten?
Liefs van mij
A
Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 22 mei 2004
Antwoord
hall A,
Bij het beoordelen van je antwoord wordt allereerst gekeken of het goed of fout is. Meestal krijg je alle punten indien je antwoord goed is, maar.... als ze vragen om een berekening, moet je ook echt een berekening geven en bijv. niet een redenatie. Het gebeurt vaker dat een antwoord op meerdere manieren berekend kan worden en als je een andere manier kiest dan de "reguliere" is dit niet fout. Ter verduidelijking een citaat uit de algemene regels voor de beoordeling: "Indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend".
Zorg wel dat je de manier in de oefenexamens begrijpt, want dat valt onder de examenstof. Indien je wilt weten wat je allemaal precies wel en niet moet kunnen, kijk dan eens op www.havovwo.nl
Ik raad je ook aan om in ieder geval alle tussenstappen op te schrijven. Juist hiervoor krijg je punten! Kan je bijv. 5 punten halen voor een vraag, krijg je er maar 1 voor het antwoord en 4 voor de berekening die erachter zit. Zorg dus dat de correctoren begrijpen wat je gedaan hebt, en hoe je aan dat (juiste) antwoord gekomen bent.
Tot slot, je cijfer bereken je door de gehaalde punten + 10 te doen, en dat te delen door 10. Je krijgt altijd 10 punten "voor je naam"