Dus als je sin(5x) in een reeks (rond 0, dus a=0) wilt ontwikkelen: * de eerste term f(0)=0
* voor de tweede term moet je f'(x) berekenen. f'(x)=5cos5x (vergeet de kettingregel niet!) dus de tweede term is x.f'(0) = 5x
* voor de derde term moet je f"(x) weten = -25sin5x dus de derde term is 1/2x2.f"(0) = 1/2x2.(-25sin(5.0))= 0
* voor de 4e term moet je f"'(x)weten = -125cos5x dus de 4e term is (1/6)x3.f"'(0) = (1/6)x3.(-125.cos(5.0))= -125/6.x3
enz...
en het bewijs van de limiet: Waarom zo moeilijk doen met reeksontwikkelingen? Makkelijker is om te zeggen: de teller is altijd een getal tussen -1 en +1, en de noemer gaat naar ¥. Dus de breuk gaat naar nul.