Nu willen wij deze vijf bij elkaar optellen. Daartoe passen we een trucje toe, namelijk:
a+a2+a3+a4+a5 = (a+a2+a3+a4+a5).(1-a)/(1-a) (dus je vermenigvuldigt feitelijk met het getal 1) = (a-a6)/(1-a)
Nu hoeven we voor 'a' alleen maar exp(n.i.p/3) te substitueren:
som = (exp(n.i.p/3) - exp(n.i.6p/3))/(1-exp(n.i.p/3)) = (exp(n.i.p/3) - exp(n.i.2p))/(1-exp(n.i.p/3))
Nu is exp(n.i.2p) = cos(n.2p)+i.sin(n.2p) = 1 voor alle gehele n.
Dus som = (exp(n.i.p/3) - 1)/(1-exp(n.i.p/3))
en zoals je ziet is hier teller=-noemer dus de breuk is -1.
ECHTERRRRR... de noemer mag nooit NUL worden!! En wanneer zou de noemer nul kunnen worden? Wanneer exp(n.i.p/3) gelijk aan 1 wordt. En dàt gebeurt wanneer n=0 of n=6 of n=12 of n=18 of...