Gegeven fa(x)= (ax+3)/(x-5) Voor welke a$\in$$\mathbf{R}$ is fa monotoon dalend in $<$¬,5$>$ en in $<$5,$\to >$?
Gegeven ga(x)= (9-x)/(3-ax) Voor welke a$\in$$\mathbf{R}$ is ga stijgend in ieder deelinterval V van zijn domein?
Hoe moet ik dit oplossen? Misschien met hun afgeleide? Liefs
Amy
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 28 maart 2004
Antwoord
Dag Amy
Inderdaad wordt dit opgelost met hun afgeleide.
Een functie is monotoon stijgend (dalend) als zijn afgeleide steeds positief (negatief) - of gelijk aan nul - is.
Je bepaalt dus de afgeleide. Voor beide breuken is de noemer van de afgeleide steeds positief omwille van het kwadraat. Bepaal dus voor welke waarden van a de teller negatief is voor oef.1 en positief is voor oef.2
Je vindt voor oef.1 : a $>$ -3/5 en voor oef.2 : a $>$ 1/3