Ik loste hem zo op: 20*6.9= 138 dus 138-6,9x+6,4x=132 dus -6,9x+6,4x=-6 dus -0,5x=-6 dus -6/-0,5=12
x=12
Maar de lerares zegt dat ik het verkeerd heb gedaan, dat klopt toch niet?
Vaak bereken ik sommen op een hele andere manier dan in het boek (getal en ruimte) en dan is het antwoord goed. Dan zegt ze dat is toeval. 3 of 4 andere voorbeelden en komt er steeds precies het zelfde antwoord uit. Zelfs op 8 decimalen enz. Kunt u mij hierbij helpen? Ik voel me (piep).
de wanhopige
Karim
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 18 maart 2004
Antwoord
Beste Karim
Het is niet onze taak om uitspraken te doen over terechtheid van het afkeuren vanoplossingen, daar is geen beginnen aan. Wel kan ik iets zeggen over jouw aanpak van bovenstaande vergelijking.Die lijkt me in orde. Bij oplossen van vergelijkingen moet je ervoor zorgen dat je alle oplossingen hebt, en toelichten hoe je aan je antwoord komt, en dat heb je prima gedaan. Oplossen mag zelfs met een grafische rekenmachine - tenzij uidrukkelijk is vermeld dat dit niet mag (bijv : als er staat "op algebraïsche wijze" of iets dergelijks)
Enige kritiek punt dat ik zie is dat je oplossing nog iets mooier kan worden opgeschreven. Het mooiste is te beginnen met de op te lossen vergelijking en die stap voor stap te vervangen door een gelijkwaardige eenvoudigere vergelijking, net zolang tot deze is opgelost. Dus zoiets: (20-x).6,9+6,4x=132Û 138-6,9x+6,4x=132Û 6,9x+6,4x=-6Û 0,5x=-6 Û x=12 Maar uiteraard komt jou methode op het zelfde neer
Op wisweb kun je programmaatje vinden wat je kan helpen een oplossing ook mooi op te schrijven. Dat is wel soepel zolang het klopt wat je doet kijg je krullen (en punten) Overigens - misschien een schrale troost - was het een jaar of 20-25 geleden zo dat je als je een vergelijking helemaal had opgelost en als antwoord (bijv) x=12 opschreef, je ook puntenaftrek kreeg. Je moest toen opschrijven: o.v. (oplossingsverzameling} is {12} en als je die accolades vergat .. Kortom het leven is niet altijd eerlijk Sterkte