Het volgende vraagstuk wil me echt niet lukken. Ik zit steeds vast en weet niet hoe verder te gaan. Hopelijk kunne jullie me helpen. Het vraagstuk is:
-Een getal bestaat uit 3 cijfers. De som van de cijfers is 16. Als we de cijfers van de tientallen en de eenheden verwisselen, dan wordt het getal 36 eenheden groter. ALs we de cijfers van de honderdtallen en van de eenheden verwisselen, dan wordt het getal 99 eenheden groter. Wat is dit getal?
Ik weet al dat het getal 637 is, maar dat was eignelijk maar door steeds te proberen en te blijven zoeken, we moeten dit getal op een wiskundige manier lunne verklaren. Kunne jullie me daar bij helpen?
Groetjes
Botje
3de graad ASO - donderdag 18 maart 2004
Antwoord
Stel het getal gelijk aan 100x + 10y + z, zodat x = cijfer van het honderdtal y = cijfer van het tiental z = cijfer van de eenheid.
Als je nu bijvoorbeeld de cijfers van de honderdtallen en de eenheden verwisselt, wordt het getal 100z + 10y + x
Je kunt nu met de gegevens een stelsel maken van 3 vergelijkingen met 3 onbekenden.