We hebben allemaal ervaring met rekenen in het zestigtallig stelsel, zoals in het volgende voorbeeld. Stel een trein moet volgens het spoorboekje aankomen om acht uur vijftig, en de trein heeft twintig minuten vertraging, hoe laat komt hij dan aan? Antwoord: We tellen de twintig minuten vertraging bij de acht uur vijftig op, we krijgen dan acht uur zeventig, maar zestig minuten is één uur, dus dat wordt dan negen uur tien. Zo rekenen we dus zestigtallig met tijd (uren, minuten, seconden), en ook met hoeken, die we in graden, minuten, en seconden verdelen. Een rechte hoek is 90 graden, dus een volledige omwenteling (4 rechte hoeken) is 360 graden.